gedicht

In menig winkelstraat klinkt vanmiddag voorlopig voor het laatst Sinterklaasmuzak. Die heerlijk doodgearrangeerde versies van de alom bekende liedjes. Morgen niets ontziend vervangen door cd’s met minstens zo zielloze kerstmuzak. Niet moeilijker dan dat. Ik zal het bijna missen, die afgevlakte versie van een vervagende herinnering.

Vaderschapshalve begaf ik mij ook dit jaar weer in de leeuwenkuil der Sint Niklaas-intochten. Winderige kades, waar Klazen uit alle hoeken neerstreken. Tochtige pleinen, waar kleumende vaders zuchtten onder de wriemelende last op hun schouders. Onrustige, nerveuze kinderen. Opgezweept door dreunende houseversies van ‘Zie ginds komt de stoomboot’. Door slap geproduceerde Pietenhitjes. Gezongen door coole Pieten. Nederhop door zwart geschminkte non-talenten. Commerciële rotzooi voor een leeftijdscategorie die eigenlijk niet meer in Sinterklaas gelooft.

Om mij heen zag ik kinderen. Peuters, kleuters, een enkel basisschoolkind dat nog wil geloven. Met mijtertjes, pietenmutsen en gespannen gezichtjes. Sommige zwart geschminkt, sommige niet. Uithangborden voor het standpunt dat hun ouders wilden innemen in de Zwarte Pietendiscussie die dit jaar ongemeen vroeg en hevig uitbrak. Kinderen die ‘Daar wordt aan de deur geklopt’ willen zingen. Met toegenepen stemmetjes ‘Sinterklaasje bonne bonne bonne’ lispelen. Heel misschien een beetje bang van Zwarte Piet.

Het doet mij terug verlangen naar de tijd dat Sinterklaas nog een beetje een wereldvreemde oude baas was. Een mythisch figuur met een dik boek en de gave door een paar ontzettende holle gemeenplaatsen elk kind te laten denken dat het bijzonder was. Naar het heilige ontzag voor het ingebouwde waardeoordeel. Voor roe en zak. Voor die Piet zo zwart als roet. Toen een verrassingsreisje naar Spanje nog een doembeeld was.

In het immer politiek correcte Nederland van 2013 kan een Piet niet zwart meer zijn, gaan zakken leeg terug naar Spanje en weten ze zelfs bij de jeugdzorg niet meer wat een roe is. Is Sinterklaas verworden tot een gezellige goedzak, zijn Pieten tot dommige stuntelaars en de liedjes tot stampende kutherrie. Ik houd van Sinterklaas, heb wekenlang aan de lippen van Dieuwertje Blok gehangen om toch maar niets van het Sinterklaasjournaal te missen. Ik houd van Sinterklaas, van de verwachtingsvolle blikken die hij op de gezichtjes van mijn kinderen tovert. Van ‘Zal die goede Sint wel komen’. Ik ben zelfs al een beetje gewend aan de opvolger van Bram van der Vlugt, maar mogen we alstublieft weer gewoon een beetje bang zijn voor Sinterklaas? En weer hardop ‘Trippeltrappeltrippeltrap’ zingen!