Met veel bewondering overzie ik hoe mijn oudste kind het lezen en schrijven in rap tempo onder de knie krijgt. Hoe haar honger naar woordjes plaats maakt voor het verhaal dat ze vertellen. Zes jaar, bijna zeven, is ze nu. Ze verslindt de keurig op niveau gecodeerde boeken van de bieb. Ze leest hardop mee in de verhalen die ik voorlees aan haar zusje. Ontcijfert bijna dwangmatig moeilijke woorden in de koppen op de krant. Het vervult me ook met trots. Mij misschien nog wel meer dan haarzelf. Er sluipt ook iets in van nostalgie. Van herinnering aan.
Veertig jaar geleden is het alweer, dat ik zelf in haar schoenen stond. De leeshonger in mij aangewakkerd werd. De liefde voor een goed verhaal. Het was rond die tijd dat wij naar Zuiddorpe verhuisden. Een nieuw hoofdstuk in mijn nog jonge bestaan. Het zou een lijvig deel worden. Bepalend ook. En mooi. Ik leerde er nieuwe vrienden kennen. En boeken. Las alles wat los en vast zat. Koos zorgvuldig boeken uit de rekken van de onder ons gewriemel zacht schommelende bibliobus. De vele verhalen die ik tot mij nam maakten mij mede tot wie ik nu ben. Waar ik voor sta en hoe ik de wereld tot mij neem.
Pinkeltje, Puk en Muk en nog zoveel andere kabouters. Pim Pandoer, de schrik van de Imbosch, die geheel in het zwart gekleed door de nacht zwierf… De bibliobus rijdt niet meer, de lagere school in ‘mijn’ dorp heeft haar deuren gesloten. Einde verhaal. Van deze geschiedenis. Nieuwe hoofdstukken zijn in de maak. Telkens weer. Hier en overal elders in de wereld. Ik zal ze blijven lezen. Optekenen ook. Mijn aandeel in een lange historie opnemen. En genieten. Van de schoonheid van een goed gekozen woord. De ontroering die een goed boek in mij los kan maken. En van de verbazing waarmee mijn eigen kinderen zich het fenomeen taal eigen maken.
In het dorp waar ik ben opgegroeid boeren de voorzieningen zienderogen achteruit. Gelukkig zijn er ook mensen zoals Jet, die met allerlei initiatieven zo’n dorp leefbaar houden. Zij vroeg me om een gastcolumn te schrijven voor de Facebookpagina van Jet’s Minibieb. Maar wat graag, dat begrijp je.