Broer

28 juni 1971, de Jamaicanen Dave en Ansil Collins staan voor de tweede week op nummer 1 in de Top 40 met hun funky reggaenummer Double Barrel. Ik stel me voor dat mijn tweejarige beentjes een koddig dansje doen terwijl het swingende nummer uit de zacht ruisende Blaupunkt op het dressoir schettert. Het was vast anders. Goed kans dat de radio helemaal niet aan stond die dag. Dat nerveuze afwachting de overhand voerde en dat de kleine Marc elders ondergebracht was.

Ik heb het opgezocht. Welk liedje er op 1 stond, die dag dat ik mijn alleenheerschappij voorgoed moest opgeven. En ik zal het maar meteen ruiterlijk toegeven, ik had er tot vandaag nooit van gehoord. ‘I am the magnificent’ is de openingszin van een lied dat tekstueel verder vrij weinig om het lijf heeft. Had ik het geweten, ik had het logisch gevonden. Maar ik wist het dus niet.

Er zijn veel dingen van die dag die ik niet meer weet, alles eigenlijk. Laat ik het mezelf niet kwalijk nemen, ik was nog maar een wurm. Goed, vergeleken met de nieuwe aanwinst al een hele kerel, maar in breder perspectief, mwaoh. Het gaat dan ook niet over mij vandaag, net zo min als op die dag precies 50 jaar geleden. Vandaag mag, net als toen, alle glorie naar mijn kleine broertje.

Ik zou me kunnen voorstellen dat ik vijf decennia geleden niet zo goed raad wist met al die drukte. Niet zo goed begreep dat het kindje dat mijn wiegje had ingepikt voorgoed deel van mijn leven uit zou maken. Een broertje om mee te delen, te spelen en te vechten. Al viel dat laatste denk ik wel mee, al was het maar omdat ik het als grote broer toch altijd moest afleggen tegen dat hoogblonde engeltje.

Hoogblond is ie al lang niet meer, mijn kleine broertje. Klein ook niet trouwens. Al heeft ie dan misschien het weelderige bruine haar van z’n moeder, zijn gestalte deelt hij met mij en zijn vader. En toch, hoe je het ook wendt of keert, ook al maakt ie al vijftig jaar deel uit van mijn leven, het blijft mijn kleine broertje. Niet zo’n ouwehoer als ondergetekende, misschien ook wat minder uitgesproken, maar wanneer ie dan wat zegt, dan is het altijd raak.

‘I am the magnificent’. Terugkijkend zou je kunnen stellen dat de gebroeders Collins een vooruitziende blik hadden. Ik weet niet of ik het ooit eerder heb gezegd, maar ik heb vaak een beetje opgekeken naar mijn broertje. Hoe hij zijn pad uitstippelde, zijn onverstoorbaarheid en zijn talent. Van Dave en Ansil hebben we nooit meer iets gehoord, maar na vijftig jaar weet ik het zeker, onze Michel is geen eendagsvlieg. Gefeliciteerd jochie.

homard

Niet goed natuurlijk. ‘Homard’ is Frans voor kreeft, het schelpdier, niet het sterrenbeeld. Maar ach, alles is goed voor een vergezochte woordspeling. Geen ‘homard’ dus, maar een hommage. Een hommage aan een man die vandaag jarig is. Een kreeft dus. Van sterrenbeeld.

Mooie woorden wil ik schrijven. Mooie woorden voor mijn broer, die vandaag jarig is. Gezeten op mijn terras, overzie ik mijn kinderen die naakt zitten te spetteren in hun zwembadje. Zo moet dat er veertig jaar geleden ook hebben uitgezien. Mijn broertje en ik. Spetterend in een plonsbadje. Vaag is de herinnering aan okergele sponzen broekjes, bruine leren jasjes, zelf gemaakte spijkerbroeken. Getuigen van een fijne jeugd. Mijn broer en ik. Twee appeltjes van dezelfde boom. Twee kerels van dezelfde volle grond. Niet dat men ons als zodanig herkent, daarvoor zijn we te verschillend. Het is de manier van doen die jullie bindt, zegt de scherpe observator. En dat, dat vind ik het mooiste compliment dat ik kan krijgen.