Het was die tijd van het jaar. De tijd dat er bijna geen blaadjes meer aan de bomen hangen. Dat de grond ‘s-ochtends hard is. En wit van de rijp. Nog net geen winter, al voelt dat soms anders. In ons huis was alles klaar. Een vers geschilderd kamertje. Een kast vol piepkleine kleertjes, een wiegje, een eerste knuffeltje op het gestreepte dekentje. Hier binnen was het gezellig warm. Een grote zus vol van verwachting. Van Sinterklaas. En van dat broertje. Of zusje. Een mama die er de buik al een beetje van vol had. Letterlijk. En een papa die, nu ja, zoals papa’s zijn, eigenlijk het ergst van allemaal.
In die tijd dat alles klaar was voor een pasgeboren babytje, stond het wiegje nog immer stil. Geen zacht geschommel, geen kleine kreetjes, alleen dat eerste knuffeltje. Eenzaam op het gestreepte dekentje. De blaadjes van de kalender vielen een voor een. Net als die buiten, van de boom achter het huis. Er was één blaadje met een groot kruis. Ook toen dat viel gebeurde er niets. Alsof het kindje liever nog even wat met rust gelaten werd. Er verstreek een week. Het kindje zat nog steeds veilig in de warme buik. Er ging nog een week voorbij, zonder dat er iets veranderde. Kleine voetjes kon je voelen. Trippeltrappeltrippeltrap. En dat was dat.
Het heerlijk avondje was bijna daar, maar nog steeds geen broer of zus. De kleertjes nog eens opgevouwen. De oma’s ook al wat nerveus. We wilden zoveel van je houden, maar jij vond het nog te vroeg. Het mocht nu echt niet lang meer duren. Geduld werd te lang beproefd. Pas toen jij vond dat het klaar was, dat het tijd werd, nu dan echt. Kwam je stilletjes bij ons kijken, nu niet echt meer onverwacht. Terwijl je zus cadeau’s uitpakte, lag jij op mama’s warme arm. In je gestreepte dekentje, een allerliefst presentje. Een beeldje van een kleine zus.
Nog voor de winkels konden sluiten, haalden we de letters van je naam. In zoete chocolade: Hege Vera Zaan. Een klein eigenwijs meisje, met een willetje van steen en een hartje van goud. Soms ben je bang om groot te worden en dat vinden wij zo lief. Maar vanavond, toen je naar bed ging, stal je weer ons beider hart: ‘Als ik vijf ben morgen, mama’, je meende het, zoals altijd, ‘ben ik nog liever, mama’. Je hebt het beloofd, je bent een schat.
zo schoon
elk jaar een beetje liever, misschien komt alles dan toch nog goed
En bij 6 nog meer, wat een heerlijk vooruitzicht.
Wat een prachtig stukje/verhaal Marc.
wow mooi geschreven ik voel het geluk