Wat ik nou toch lees in de krant van zaterdag. Ronald Giphart gaat voor de nieuwe zaterdageditie ‘V’ van de Volkskrant een wekelijks feuilleton schrijven. ‘Veel wereldliteratuur is ontstaan als feuilleton, waarbij het niet zo was dat een schrijver een boek schreef en het daarna in stukken hakte. Hij schreef elke week een deel en kreeg daar reactie op. Het was literaire soap op hoog niveau, mensen gingen er in mee: huishoudsters praatten onderling over de verhalen van Couperus. Zijn personages leefden echt. .. Daarom dacht ik: waarom niet opnieuw een feuilleton beginnen van 1200 woorden per week, vier romanbladzijden, waarbij de lezers inzicht krijgen in het schrijfproces…’ Wat een ontzettend leuk idee. Origineel ook.
Ik wil niet uit de hoogte doen, maar een feuilleton, dat is zo ontzettend augustus 2012. Mijn trouwe lezers hebben het geweten. Een hele maand lang werden ze vergast op mijn romaneske probeersels. Mijn trotse schreden in de voetsporen van de groten. Hij heeft wel gelijk, collega Giphart, verhalen schrijven op commando kan best. Dat heb ik geleerd. Dat gaat hij nu zelf ook bewijzen. Het is leuk om te denken dat ik hem op het idee heb gebracht. Dat mijn subtiele verwijzing naar zijn werk in Langs de Loire van 9 augustus jongstleden zijn aandacht heeft getrokken. Naar mijn werk. Dat Bladgoud nu als inspiratiebron geldt voor een spannend experiment in een landelijk dagblad. Toeval. Inval. Bijval. In elk geval ga ik het volgen. Dat doen ze met mij immers ook.