tuiten

Dikke tranen biggelen over het kindergezichtje. Van vermoeidheid, onmacht en onbegrepen geluk. Moe van een hele dag jarig zijn. Cadeau’s ontvangen. Het middelpunt van alle belangstelling zijn. Niet in staat al die aandacht een plaatsje te geven. Nu niet meer. Het is laat, het is mooi geweest.

Vier jaar alweer. Het zijn dagen waarop de clichés in dikke lagen boven komen drijven. Wekenlang heeft ze er naar uitgekeken, de spanning opgebouwd. Haar verlanglijstje paraat. ‘Een step, een trampoline en tuinhandschoenen.’ In die volgorde, zonder aarzelen. Geen twijfel aan de haalbaarheid van haar wensen. Als slaaf van je kinderen aarzel je geen moment om die dromen te verwezenlijken. Avonden lang werd er gespeurd op internet, stad en land werden afgereden. Niet alle dromen zijn bedrieglijk tenslotte.

Dat grote bruine pak in de woonkamer vanochtend, versierd met ballonnen en glittertape. ‘Zo mooi, mama. Met glitters.’ Uitpakken komt op de tweede plaats. Het genieten gaat voor. ‘Een step.’ Een klein aanvalletje van paniek, gelukkig kan het stuur ook lager. Op de fiets naar school. Met de step moet nog geoefend worden, zo meldt Radio Tove zeker drie keer. Zusje speelt met de ballonnen. Samen. Zonder afgunst. Trotse ouders.

Miezerregen en een herfstige wind. Niets kan de dames deren om op blote voetjes rond te springen in de tuin. Regenjasjes liggen op een hoopje naast de trampoline. Twee parapluutjes stuiteren een voor een boven de heg uit. In de keuken kijkt een glunderende opa naar zijn grut. Een kruimel chocoladetaart in zijn baard.

Een halve hamburger, een softijsje, ik denk dat ze haar Danoontje vergeten is. Alleen de gedachte aan haar step kan haar naar huis lokken. Met grote stappen door de straat. Zo fier als een gieter. Langzaam dooft het kaarsje uit. Lang opblijven. Tot alles paniek wordt. Elke omissie in haar plan een dijkbreuk in een rivier van tranen. Tranen met tuiten. Van geluk. ‘Ik denk dat morgen Hegetje jarig is.’ Misschien toch maar niet. Slaap lekker schat.

lieve willem

Lieve Willem,

Allereerst wil ik je natuurlijk van harte feliciteren met je nieuwe baan. In deze tijd van malaise en crisis is het voorwaar niet niks om een vaste aanstelling los te krijgen. Een kniesoor zou wellicht zeggen dat je het in de schoot geworpen krijgt, maar daar ga ik niet in mee. Het is immers niet echt een geheim dat een groot deel van de klandizie liever had gezien dat het familiebedrijf over was gegaan in publieke handen. Ik moet zeggen dat ik wel een beetje plaatsvervangende trots voelde, fier was toen ik hoorde dat je moeder toch voldoende geloof heeft in de vrije markt. Genoeg vertrouwen heeft in jou als opvolger om de zaak succesvol voort te zetten. Je hebt het verdiend.

Alexander, je zult het druk krijgen de komende jaren. Men zal je van nog dichterbij proberen volgen. Niet langer ‘de zoon van’. De chef zelf! Gelukkig heb je een fijn gezin, om na een lange werkdag, laten we daar geen doekjes om winden, als CEO ben je nooit echt klaar met werken, op terug te vallen. Lieve kinderen, een schat van een vrouw, weet ze op waarde te schatten. Neem tijd voor je dierbaren. Neem ze af en toe eens mee naar oma. Zorg dat je meiden niets te kort komen. Vergeet ook jezelf niet. Dat biertje nu en dan blijft er wel gewoon bij horen hoor, je bent immers ook niet van steen.

Lex, een weekje CenterParks moet af en toe toch kunnen? Misschien wel een eigen huisje in de zon, als de markt weer wat aantrekt? En natuurlijk lekker naar het zwembad met de meiden als ze jarig zijn. Of naar Madurodam, ik noem maar wat. Zo’n verjaardag is toch een beetje een moment voor familie en vrienden. Ik las trouwens in de krant dat je het jaarlijkse bedrijfsuitje in het vervolg naar je eigen geboortedatum wil verplaatsen. Is dat nou wel wijs? Kijk, mij doe je er natuurlijk een groot plezier mee, want ik ben geboren op de verjaardag van jouw oma, tot vandaag de datum van het feest. Ik kan vanaf volgend jaar voor het eerst in vijfenveertig jaar ook eens mensen uitnodigen op mijn eigen feestje, het is bijna onwerkelijk, maar denk nou ook eens even aan jezelf.

Max, kun jij die jongen van je anders even uitleggen dat hij het niet gaat redden in deze harde wereld zonder zichzelf voorop te stellen? Dat men hem niet serieus zal nemen? Iedereen in dit land weet dat 30 april de feestdag van de firma is. Wanneer de vlaggen uit moeten. Wat zeg ik, concurrenten uit alle windstreken geven hun werknemers elk jaar vrij op de dag erna, om bij te komen van de feestelijkheden. Je zou het bijna een traditie kunnen noemen. Nee Willem, ik zou op mijn verjaardag lekker een gebakje eten thuis op het bordes. Nodig je moeder lekker uit, je schoonouders, je schaatsvrienden. Met een beetje goede wil is het barbecue-weer. Dat verplichte handjes schudden kun je dan fijn bewaren voor een paar dagen later. Verdorie Willem, je gaat de bedrijfsresultaten vanaf nu toch ook niet bekendmaken op de zaterdag voor de derde dinsdag in september?

Willem-Alexander, vriend, voor mij hoef je het echt niet te doen. Ik ben nu al zolang gewend mijn verjaardag te delen met een groter feest, ik red me wel. Zorg jij gewoon goed voor jezelf, dat is ook beter voor de zaak, voor het land, dus uiteindelijk ook voor mij. Jongen, succes, maak er wat moois van. Geef je meiden een knuffel van me en zeg tegen Maxima dat Miek gaat bellen om nog eens iets af te spreken.

Groetjes,

Marc

homard

Niet goed natuurlijk. ‘Homard’ is Frans voor kreeft, het schelpdier, niet het sterrenbeeld. Maar ach, alles is goed voor een vergezochte woordspeling. Geen ‘homard’ dus, maar een hommage. Een hommage aan een man die vandaag jarig is. Een kreeft dus. Van sterrenbeeld.

Mooie woorden wil ik schrijven. Mooie woorden voor mijn broer, die vandaag jarig is. Gezeten op mijn terras, overzie ik mijn kinderen die naakt zitten te spetteren in hun zwembadje. Zo moet dat er veertig jaar geleden ook hebben uitgezien. Mijn broertje en ik. Spetterend in een plonsbadje. Vaag is de herinnering aan okergele sponzen broekjes, bruine leren jasjes, zelf gemaakte spijkerbroeken. Getuigen van een fijne jeugd. Mijn broer en ik. Twee appeltjes van dezelfde boom. Twee kerels van dezelfde volle grond. Niet dat men ons als zodanig herkent, daarvoor zijn we te verschillend. Het is de manier van doen die jullie bindt, zegt de scherpe observator. En dat, dat vind ik het mooiste compliment dat ik kan krijgen.