zomerkoorts: 13. fougères – tours

Met in een hand een drinkbus en in de andere zijn stuur kijkt Eddy achterom. Wiebelig. Net te langzaam voor zo’n manoeuvre. De licht glooiende D-weg ligt kaarsrecht achter hem. In de verte fietst Lars. Ploetert Lars. Eddy zet een voet aan de grond. Te vroeg. Tien meter verder geeft een groepje bomen wel wat beschutting tegen de brandende zon.

Zwaar ademend hangt Lars over zijn stuur. Knijpt wat lauw water uit zijn bidon in zijn nek. Baalt. Gisteravond reed hij die ouwe nog finaal naar huis op de steilste hellingen. Nu kan hij op het eerste het beste stukje vals plat al niet meer volgen. Eddy grijnst. Zijn gedachten bij hetzelfde. ‘Te laat naar bed gegaan jongen? Of te weinig geslapen?’ De onderliggende sneer ontgaat de jongen volledig. De knipoog van zijn vader wordt niet begrepen. ‘Vertel me liever wat jij gepakt hebt, dat je vandaag zoveel energie hebt.’ De knul zet aan. Zijn vader verbouwereerd achter latend.

‘Wat bedoel je daarmee?’ Eddy hangt hijgend in het wiel van zijn zoon. De kleine remonte na de plotse demarrage van Lars snijdt hem de adem af. ‘Waarmee?’ Lars kijkt onder zijn arm naar het voorwiel van zijn vader. Probeert verbeten zijn tempo hoog te houden. ‘Over dat pakken.’ Lars haalt zijn schouders op. Houdt zijn benen stil. ‘Oh dat. Geintje.’ Een slecht geacteerde grimas. Eddy zwijgt. Peddelt rustig naast zijn zoon, die nu een realistischer tempo aan houdt. ‘Waar ligt voor jou de grens pa? Tussen doping en drugs. Wanneer is het geoorloofd?’

Een razende vrachtwagen vol stinkende varkens passeert het tweetal op enkele decimeters. Een Hollandse truck. Eddy gebruikt de tijd waarin het geraas van de motor alles overstemd om een antwoord te formuleren. ‘Nou?’ Lars is niet van plan het moment voorbij te laten gaan. ‘Ik denk niet dat het hetzelfde is’, probeert Eddy. De jongen schudt met zijn hoofd. ‘Te makkelijk pa. Te makkelijk.’ ‘Verdovende middelen of stimulerende middelen?’ ‘Terminologie’, doet zijn zoon het slecht uitgewerkte argument af. ‘Weet je wat ik denk? Dat het allemaal niet zo erg lijkt als het een ver van je bed show is. Als je niet na hoeft te denken over eventuele gevolgen voor jezelf.’

Die zit. Daar heeft Eddy niet direct een antwoord op. Niet over nagedacht. Nooit bij stil gestaan. Zoekt koortsachtig naar de tegenaanval. Bang om de geboden opening meteen weer dicht te gooien. ‘Waar wil je heen Lars? Naar een inhoudelijke discussie over de gevolgen van drugsgebruik versus het gebruik van verboden middelen in de sport? Over de hypocriete kijk op de verschillen tussen een pintje na de koers en een pilletje om op uit je bol te gaan in het weekend? Of wil je gewoon aantonen dat ik me niet druk moet maken. Dat ik met mijn tijd mee moet gaan en het allemaal maar normaal moet vinden dat mijn bloedeigen zoon de auto total loss rijdt onder invloed van harddrugs?’ Zonder het te willen draait Eddy zichzelf steeds verder op. Niet capabel zijn onmacht te verbergen. Bang de aansluiting te verliezen.

‘Naar de camping pa.’ Lars knikt naar het bord. Driehonderdvijftig meter. Zet aan. Pakt een, twee, drie lengtes voorsprong. Een laatste krachtsinspanning. Eddy trekt aan zijn stuur. Benut zijn technische voorsprong. Trekt en stampt aan zijn koerspedalen. Schakelt zwaarder dan de jongen bij kan benen op zijn mountainbike. Een ongelijke strijd van bij het begin. ‘Morgen komt de Tour hier in de buurt toch?’ Eddy knikt hijgend naar zijn rood aangelopen zoon. ‘Ik wil dat circus wel eens van dichtbij zien. Dan praten we verder.’

 

De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.

zomerkoorts: 12. avranches – mont-saint-michel

In de schaduw van de camper zit de vader verdiept in zijn boek. Een versleten strooien hoed scheef op zijn hoofd. Een natte theedoek in zijn verbrande nek. De rest van de familie hangt in het zwembad. Immuun voor de verzengende hitte die op dit uur van de dag verlammend werkt. Hij drinkt nog een slok uit de fles inmiddels lauw geworden water. Denkt bij zichzelf dat een frisse duik misschien toch zo’n raar idee niet is. Nog twee minuten, dan is zijn hoofdstuk uit.

‘Kind, je ligt levend te verbranden. Zal ik je rug even insmeren?’ Zonder het antwoord af te wachten spuit Leontien een klodder zonnecrème op de rug van haar schoondochter. Trixie veert op. ‘Auw.’ ‘Oei, is het te heet?’ Leo kijkt het meisje schuldbewust aan, de in de zon warm geworden fles factor 20 nog in haar hand. Trixie schudt haar hoofd, ‘het gaat wel’. Frommelt de bandjes van haar bikini weer onder haar borsten. ‘Zie ik erg rood?’ Leontien ontkent. ‘Het valt wel mee, maar ik zou niet te lang meer in de zon blijven liggen.’ ‘Nog twee minuutjes.’

‘Lars!’ Proestend komt haar vriendje boven water. Kijkt haar vragend aan. ‘Blijf je nog lang in het bad? Ik heb honger. Je moeder is al naar de camper.’ Lachend kijkt de jongen naar haar omhoog. Zijn armen op de ruwe kalkstenen rand van het zwembad. Haar bleke huid steekt rozig af bij haar zwarte bikini. Haar ogen gaan schuil achter een potsierlijk grote zonnebril. Ze kan het hebben. ‘Kom je er ook in?’ Trixie schudt haar kortgeknipte koppie. Lars kijkt haar smekend aan. Ze volhardt in haar weigering. Kijkt furieus naar zijn guitige gezicht wanneer zijn natte handen haar kuiten vastgrijpen. ‘Lars, nee. Niet doen.’ ‘Twee minuutjes maar’, lacht hij haar toe door een regen van opspattend water.

Leontien staat in het deurgat van de camper. Geeft attributen aan om de tafel te dekken. Vaatwerk, bestek, brood, beleg. De kinderen sputteren niet tegen. Een gezonde trek heeft zijn positieve uitwerking op hun behulpzaamheid. ‘Ik maak nog even snel een salade. Marianne, maak jij je vader vast even wakker? Over twee minuten gaan we eten.’

‘Geef me twee minuten, ik pak even mijn spullen.’ Eddy haast zich naar binnen. Grabbelt zijn fietstenue bij elkaar. Heeft geen idee waar de plotselinge ommekeer in de plannen van zijn zoon vandaan komt, maar is vastberaden het moment niet door zijn vingers te laten glippen. Haastig schopt hij zijn broek uit. Trekt zijn koersbroek over zijn witte billen. Negeert het pesterige bouwvakkersfluitje boven in de alkoof. Met een onbedoeld sierlijke zwaai struikelt hij door het smalle deurtje naar buiten. Lars prutst wat aan de versnellingen van zijn fiets. Probeert zijn cool te bewaren. Klaar om de strijd aan te binden. ‘Zullen we?’ Eddy is er klaar voor. Het spannende wielertruitje strak rond zijn ronde buik. De gladde kuiten strak boven de witte sokjes. ‘Zou je niet eerst wat ondergoed aantrekken?’ De grijnzende blik op het gezicht van zijn dochter in de deuropening ontgaat hem niet. Raakt hem niet. Het is tijd voor een demarrage.

 

De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.

zomerkoorts: 11. saint-gildas-des-bois – saint-malo

Het gekwinkeleer van de vogels klinkt anders dan thuis. Alles klinkt anders dan thuis. Het ontwaken van het leven op de camping door de openstaande ramen van de camper. De ademhaling van een derde persoon in dezelfde ruimte in de vorm van zijn dochter in het bed in de alkoof. Het gedempte liefdesspel in een tentje ergens buiten heeft iets romantisch en confronterends tegelijkertijd. Leontien ligt hem met half open ogen aan te kijken. Denkt ze aan hetzelfde? Met een gesmoorde kreet komt er een abrupt einde aan het ritmische gekreun van een luchtbed. ‘Was dat..?’ Leontien lacht. Even ziet hij een flits van het meisje van toen in haar gerimpelde gezicht.

Voorzichtig tilt Eddy de mountainbike van het fietsenrek. Behoedzaam, om te voorkomen dat de racefiets, zijn racefiets er achter niet mee komt. Het ging net, die extra fiets op het rek, maar eigenlijk kan het niet. ‘Lars, help me even.’ Op zijn duizendste gemakje slentert de knul zijn richting uit. ‘Houd mijn fiets even vast wil je.’

‘Ik ga echt niet fietsen hoor.’ De jongen knikt veelbetekenend naar de matzwarte mountainbike. Eddy bromt iets in de trant van ‘dat zien we dan nog wel’. Vandaag heeft hij geen energie om de strijd aan te gaan. De verplaatsing van gisteren heeft er flink ingehakt. Vooral die drie uur aanschuiven op de verzengend hete rondweg rond Parijs is hem niet in de kouwe kleren gaan zitten. Het soort van moment dat je doet afvragen waarvoor je het eigenlijk allemaal doet.

Een vraag die hij zich de uren daarna nog regelmatig stelt. Zuchtend tegen lange flauwe hellingen. Zwoegend op kortere venijnige klimmetjes. Puffend in de hete middagzon. De eenzame fietser. Geïsoleerd van zijn omgeving. Een met zijn gedachten. Langzaam rijpt een plan voor de rest van de tocht. Wat hij nodig heeft zijn medestanders in de ontsnapping. Medevluchters die hem verstaan.

In de campingbar is Lieuwe Westra verdwenen uit de kopgroep. Terug gezakt in het peloton, terwijl de overige vier vechten voor de laatste seconden. De verzamelde Nederlanders luisteren naar het commentaar van Ducrot en Dijkstra. De mededeling boven in beeld meldt dat Sesamstraat komt te vervallen. Een beetje onwezenlijk dit, zo midden in Frankrijk. Marianne ploft naast hem op een van de houten caféstoelen. Nog druppend van het zwembadwater. ‘Duurt het nog lang?’ ‘Nog veertien dagen’, klinkt het bijdehand uit onbekende mond. Het meisje reageert niet. Geeft haar vader een zoen op zijn wang en vertrekt.

‘Stoort het dat ik rook?’ Alsof de vraag volkomen retorisch is, blaast Trixie een dunne sliert rook naar boven. Haar hoofd achterover in de campingstoel. Haar benen nonchalant over de leuning. Eddy negeert de vraag. Denkt terug aan het pakje shag dat hij vorige week vol frustratie in het gazon heeft gemikt. Een moment van zwakte. Een kleine terugval. ‘Ik was gestopt weet je. Maar toen was oma steeds ziek en op school ging het niet zo lekker en… Nu ja, dan is het moeilijk om er niet naar te pakken.’ Het meisje ratelt maar door. ‘Jij hebt toch ook gerookt? Zei Lars. Heb je er dan nooit meer zin in? Even rustig een peuk roken als het je allemaal teveel wordt?’ Even is ze stil. ‘Geloof jij eigenlijk dat die coureurs zonder drugs kunnen? Zonder doping? Ze kijkt Eddy oprecht vragend aan. ‘Ik bedoel als ze stoppen, kunnen ze dan gewoon zonder, of moeten ze echt afkicken? ‘Ik wist niet dat je van wielrennen hield’, is het enige dat Eddy uit kan brengen.

 

De titel doet het misschien al vermoeden, deze maand is de Tour de France aanleiding voor een dagelijks feuilleton. In de eerste plaats bedoeld voor wielerblog Het is Koers, maar vanzelfsprekend ook hier te volgen. Het begint bij de proloog. De aflevering van morgen vind je hier.