herhalingsrecept

‘Mama, Hege heeft mijn popje. Mama, mama, mama, Hege heeft mijn popje. Papa, Hege heeft mijn popje. Papa, Hege wil mijn popje niet geven. Mama, Hege heeft mijn popje.’ ‘Papa, mag ik een snoepje? Ik wil een snoepje papa. Mag ik een snoepje papa. Hege wil ook een snoepje papa. Mogen Tove en Hege een snoepje mama? Ik wil nog een snoepje papa.’ ‘Papa ik wil niet eten! Ik wil een boterham. Ik wil een boterham papa. Mama, ik lust geen aardappeltjes. Wil Hege ook een boterham Hege? Wil je ook een boterham Hegetje? Hegetje wil ook een boterham. Ik wil een boterham papa.’ ‘Ik wil met de stiften kleuren papa. Mag ik met de stiften kleuren papa? Zusje ligt toch in bed papa. Mag ik met de stiften kleuren papa? Van mama mag ik met de stiften kleuren papa. Hege mag niet met de stiften kleuren. Hege moet met de potloodjes kleuren. Mag ik met de stiften kleuren papa?’

Vanavond slapen ze bij opa en oma. Met zijn vieren. Vier meiden tussen anderhalf en zes. ‘We gaan bij oma slapen papa. Vanavond gaat zusje ook bij oma slapen papa. Mama, zusje gaat ook bij oma slapen he?’ Benieuwd of dat voor herhaling vatbaar is.